Doel van dit artikel
De mogelijkheden weergeven hoe een Telebox via een LAN aansluiting kan functioneren.
Algemeen
Een OTI Telebox kan met de afreken- en telemetrie servers communiceren via GPRS of Ethernet (LAN). Het device zoekt tijdens het opstarten welke vorm van communicatie mogelijk is. In de basis is dit via LAN. Als er geen LAN verbinding is gedetecteerd, schakelt de Telebox automatisch over naar communicatie via GPRS. Een Telebox is in de basis altijd voorzien van een Multi SIM-kaart.
Voor het verkrijgen van het IP-adres zijn twee mogelijkheden
Dynamisch (standaard)
De OTI Telebox vraagt bij het opstarten, de in het netwerk van de klant aanwezige DHCP server om een IP-adres.
Statisch (optioneel)
In de configuratie van het Telebox wordt een vast IP-adres ingesteld dat door de eigenaar van de vending automaat is opgegeven.
Per systeem dient het volgende te worden aangeleverd:
- IP-adres (bijvoorbeeld 10.110.20.210)
- Subnet mask (bijvoorbeeld 255.255.255.0)
- Gateway (bijvoorbeeld 10.110.20.254)
- Terminalnaam (bijvoorbeeld con3k_210)
In zowel de dynamisch alsook statisch situatie maakt het systeem gebruik van de volgende poorten:
- TCP poorten 80 (HTTP), 443 (SSL) en 53 voor het afrekenen
- UDP poort 53TCP
- Poorten 6678, 6679 en 6680 voor telemetrie